winter 1998: recensie 'Poldernederlands', in De Stem (uitgave Multi-voice) 4e jrg. nr. 4
27 november 1998: HvG, 'Poldernederlands in opmars', in De Volkskrant
18 december 1998: Lo van Driel, recensie in Provinciale Zeeuwse Courant
26 december 1998: Marc van Oostendorp (recensie) Poldernederlands: kunstmatig plat praten   in Neder-L, 7e jaargang, no. 9812.b
 
Er verschijnen veel te weinig populair-wetenschappelijke boeken over de taalkunde. Stroop heeft een interessante ontdekking gedaan en deze op een enthousiaste manier aan de man gebracht. Dat is mooi. Nu wordt het tijd om de hele kwestie eens serieus te gaan onderzoeken. In een noot meldt de auteur dat hij hiervoor geld heeft aangevraagd. Ik hoop dat hij het krijgt, en dat er een paar promovendi aan de sociolinguïstiek, de fonetiek en de fonologie van het Poldernederlands kunnen gaan werken. Dat kan een paar mooie en nuttige boeken opleveren. Als de observaties kloppen, is er iets spectaculairs aan de gang. Maar ik vind dat Jan Stroop ook zelf verplichtingen heeft jegens het onderwerp: het grote publiek is nu wel overtuigd, schrijft u nu eens een serie mooie artikels voor uw vakgenoten!
Marc van Oostendorp in Neder-L, 28 december 1998
22 januari 1999: Henk Borst, 'Jan Stroop typeert Poldernederlands' (recensie), in Noord-Hollands Dagblad
februari 1999: Inge van den Blink, in Opzij, 27e jrg. nr. 2 (aankondiging)
februari 1999: Frank Sträter, 'Trijntje, waar gaat dat heen?', in Nymph, 10e jrg., nr. 2
maart 1999: Geert Souwer, 'Te vroeg gejuicht', in Babel, 7e jrg., nr.4
19 maart 1999: Har Brok, in bulletin St. Nederlandse Bibliotheek Dienst, (kort, maar krachtig)
april 1999: Jo Heymans, 'Blaaif baai maai', in Kruispunt, jrg. 35, nr. 2
mei 1999: aankondiging in Alledaagse dingen (nieuwsblad voor volkscultuur, enz.), nummer 2
mei 1999: Erik de Smedt, recensie in Leesidee
october 1999: recensie in Moer Tijdschrift voor het onderwijs in het Nederlands, nr. 5
1999: J.A. van Leuvensteijn, in Tijdschrift voor Nederlandse taal-en letterkunde, jrg 51, aflevering 1
2000: Harrie Scholtmeijer, in Nederlandse Taalkunde, jrg. 5 , nr.1