october 1999: recensie in Moer, Tijdschrift voor het onderwijs in het Nederlands, nr. 5

Poldernederlands


Voorjaar 1998 verscheen in het eenmalig verschenen tijdschrift Noordzee het artikel 'Wordt het Poldernederlands model?', waarin neerlandicus en dialectoloog Jan Stroop voor het eerst voor een groot publiek beschreef hoe het gesproken Nederlands aan het veranderen is onder invloed van het taalgebruik van goed opgeleide ambitieuze jongere vrouwen. Dit artikel leidde tot zoveel reacties, niet in de laatste plaats vanuit journalistieke hoek, dat Stroop besloot tot het schrijven van een boek over dit onderwerp.

Poldernederlands is gesproken taal die gekenmerkt wordt door een afwijkende uitspraak, en niet door bijvoorbeeld een eigen woordenschat, zoals jongerentaal, turbotaal of welk ander jargon dan ook. Die afwijkende uitspraak is vooral een kwestie van het 'verlagen' (mede daarom de term Poldernederlands) van de tweeklanken ei, ui en ou naar respectievelijk aai, au en aau: Zo wordt blij blaai, buik wordt bauk en koud wordt kaaud. Spectaculairder nog dan deze verandering in klanken is dat deze ontwikkeling bijna zonder uitzondering gedragen wordt door jonge vrouwen met een succesvolle carrière: voor het eerst in de geschiedenis lijkt het erop dat vrouwen voorop lopen bij een taalverandering die afwijkt van het ABN, een rol die tot nu toe voorbestemd was aan mannen. Stroop gaat in zijn boek op zoek naar de sociologische, culturele en taalkundige factoren die ten grondslag liggen aan dit verschijnsel. Hij doet dit in een vlot geschreven stijl en presenteert de lezer en passant veel wetenswaardigs over de geschiedenis van het ABN en een overzicht van de voor zijn onderwerp relevante kenmerken van het gesproken Nederlands en de historische en dialectische variatie daarin.

Ondertussen laat Stroop er geen misverstand over bestaan waar dit alles toe leidt: het Poldernederlands gaat een glorieuze toekomst tegemoet en wordt het Algemeen Nederlands van de 21ste eeuw en, zo stelt hij, hiervoor is het onderwijs mede verantwoordelijk, want dat bepaalt in laatste instantie het Nederlands dat schoolverlaters spreken en het onderwijs stelt zich weinig of niet teweer tegenover het opkomende Poldernederlands, sterker nog, in eindtermen voor het mondeling Nederlands wordt, in tegenstelling tot de vreemde talen, überhaupt niet gesproken over zoiets als uitspraak. Of die passiviteit te kritiseren is, daarover laat Stroop zich overigens niet uit.

Jan Stroop, Poldernederlands. Waardoor het ABN verdwijnt. Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, 1998. 120 blz. ISBN 90-351-2033-7, f 24,90.



published on the WWW: januari 2000
j.stroop@hum.uva.nl