Loulou Edelman

Begeleiding: prof. dr. Wilhelm H. Vieregge (Afdeling Taal en Spraak, Faculteit der Letteren, Katholieke Universiteit Nijmegen) en dr. Renée van Bezooijen (Afdeling Algemene Taalwetenschap en Dialectkunde, Faculteit der Letteren, Katholieke Universiteit Nijmegen)

Het Poldernederlands: een vrouwentaal? Een sociolinguďstisch onderzoek


1. Inleiding

Eind 1998 verscheen het boekje Poldernederlands - Waardoor het ABN verdwijnt, een geruchtmakende publicatie van de Amsterdamse dialectoloog en taalkundige Jan Stroop. Volgens Stroop is er zich een nieuwe norm aan het ontwikkelen voor de standaarduitspraak van het Nederlands. Een voortrekkersrol hierbij spelen hoog opgeleide, ambitieuze en zelfverzekerde vrouwen uit politiek, cultuur en wetenschap. Zij zijn 25 tot 40 jaar oud en komen uit de hoge middenklasse, een milieu dat doorgaans wordt geassocieerd met het Standaardnederlands.

Volgens Stroop gaat het hier niet om regionaal gekleurd Nederlands. De naam Poldernederlands heeft dan ook niets te maken met de plaats waar het gesproken wordt, maar is geďnspireerd op de economische term poldermodel. Stroop denkt dat vrouwen meer dan mannen profiteren van de welvarende maatschappij die het poldermodel in Nederland heeft opgeleverd. Vrouwen hebben bijvoorbeeld steeds meer succes in het veroveren van goede banen. Omdat de maatschappelijke positie van vrouwen langzamerhand aan het verbeteren is, kunnen zij het zich steeds meer permitteren om 'plat' te praten.

Het Poldernederlands wordt gekenmerkt door een verlaging van tweeklanken en lange klinkers en een verhoging van korte klinkers. Vooral de uitspraak van de ei als aai is opvallend. Eigenlijk wordt aaigenlijk, kijken wordt kaaiken. De ui en de ou worden achtereenvolgens uitgesproken als au en aau. Verder klinken de lange klinkers oo, ee en eu anders, namelijk de oo als ou, de ee als ei en de eu als ui. De korte klinkers a en e krijgen ook een afwijkende uitspraak. De e wordt een i in het bijzonder als die voorafgaat aan een l en soms ook voor de n. En de a wordt uitgesproken als e (Van Bezooijen, 1999). Figuur 1 laat de verlaging van deze klinkers zien in een klinkerdriehoek.

Figuur 1. Klinkerdriehoek met de verlaging van klinkers in het Poldernederlands

Dit is het verslag van een optioneel onderzoek binnen het werkcollege 'Transcriptie van normale spraak' van de opleiding Spraak- en Taalpathologie (Docent: Wilhelm H. Vieregge, Afdeling Taal en Spraak, Katholieke Universiteit Nijmegen). Het onderzoek is bedoeld om ten eerste de verworven transcriptievaardigheid in praktijk te brengen en ten tweede een bijdrage te leveren aan de onderzoekthema's van de betrokken afdelingen.

De onderzoeksvraag luidt: spreken vrouwen, zoals Stroop beweert, sterker Poldernederlands dan mannen? Deze vraag wil ik beantwoorden aan de hand van transcripties. De verwachting is dat vrouwen inderdaad sterker Poldernederlands spreken. Eerst zal ik ingaan op de methode van het onderzoek (§2). Vervolgens zal ik de resultaten bespreken (§3) en ten slotte trek ik hieruit enkele conclusies (§4).

2. Methode

Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag heb ik de diftongen van vrouwen en mannen getranscribeerd. Er is een random steekproef van tien vrouwen en tien mannen getrokken uit de populatie waarvan de vrouwen volgens Stroop Poldernederlands spreken. Als materiaal zijn zeven opeenvolgende uitzendingen van het VPRO-programma Het Blauwe Licht gebruikt. In dit tweewekelijkse televisieprogramma bespreken Anil Ramdas en Stephan Sanders met twee gasten televisiebeelden, foto's en krantenberichten. Die gasten waren in de gebruikte uitzendingen achtereenvolgens: Dana Nechustan en Adriaan van Dis (23-12-1998), Annemarie Mol en Paul Witteman (21-01-1999), Rosita Steenbeek en Bastiaan Bommeljé (03-02-1999), Maria Henneman en Chris Keulemans (17-02-1999), Patty Brard en Arnoud Holleman (17-03-1999), Dana Linssen en Gerardjan Rijnders (31-03-1999) en ten slotte Roberta Alexander en Sjarel Ex (14-04-1999). Volgens Lies Kulsdom, redacteur van Het Blauwe Licht, worden voor het programma mensen gevraagd die een flinke culturele bagage hebben, zoals filmmakers, schrijvers en intellectuelen. "Het zijn mensen die in staat zijn de diepere lagen van de beelden te vinden en niet bang zijn voor hun mening uit te komen." De vrouwen onder hen zijn dus van het soort dat volgens Stroop Poldernederlands spreekt. Verder zijn voor het onderzoek drie uitzendingen van het Radio-1-Journaal gebruikt. De presentatoren waren: Ineke Moerman en Govert van Brakel (16-12-1997), Dick Klees en Menno Rehmeijer (16-12-1997), Suzanne Bosman (28-04-1998) en Clairy Polak (22-04-1998). In Tabel 1 is relevante informatie over de gasten en presentatoren te vinden.

Tabel 1. Leeftijd en functie van de getranscribeerde personen

Naam Leeftijd Functie
Dana Nechustan 28 filmregisseur
Adriaan van Dis 52 schrijver
Annemarie Mol 40 hoogleraar filosofie
Paul Witteman 52 tv-presentator
Rosita Steenbeek 42 schrijfster
Bastiaan Bommeljé 43 journalist NRC-Handelsblad, redacteur Uitgeverij Bijleveld
Maria Henneman 43 hoofdredacteur Netwerk
Chris Keulemans 39 journalist
Patty Brard 44 tv-programmamaakster
Arnoud Holleman 35 beeldend kunstenaar
Dana Linssen 32 journaliste NRC-Handelsblad
Gerardjan Rijnders 50 toneelregisseur
Roberta Alexander 50? klassiek zangeres
Sjarel Ex 42 directeur Centraal Museum Utrecht
Ineke Moerman 33 presentatoren van het Radio-1-Journaal
Govert van Brakel 49
Dick Klees 52
Menno Rehmeijer 33
Suzanne Bosman 33
Clairy Polak 42

Jan Stroop heeft de uitzendingen van Het Blauwe Licht opgenomen op videobanden en vervolgens op cassettebandjes gezet. Ook de uitzendingen van het NOS Radionieuws zijn opgenomen op een cassettebandje. Van de gasten van Het Blauwe Licht zijn de diftongen ei, ou en ui getranscribeerd, met een maximum van dertig tokens per klank per persoon. Het minimum is twee tokens. Van de presentatoren van het Radio-1-Journaal zijn alleen tien tot vijftien ei-klanken getranscribeerd (zie *). Bij het transcriberen van de diftongen waren er steeds vier mogelijkheden: een zuiver Standaardnederlandse diftong, een Standaardnederlandse diftong die iets verlaagd is, een Poldernederlandse diftong die iets verhoogd is en een extreem Poldernederlandse diftong. In Tabel 2 staan voor elk foneem vier varianten en de score die deze opleveren. De fonetische representaties van de Standaardnederlandse varianten zijn ontleend aan Rietveld en Van Heuven (1997).

Tabel 2. De vier varianten van elk foneem en de scores die deze opleveren

  0 1 2 3
ei
ou
ui

Van alle gasten en nieuwslezers is per klank een index berekend door het gemiddelde te nemen van de scores. Van de gasten van Het Blauwe Licht is ook nog een totale index berekend, het gemiddelde van de indices voor ei, ou en ui.

3. Resultaten

In de complete verzameling scores (zie *) zijn de context en de score van elke diftong te vinden van elke persoon. Hieruit blijkt dat de extreem Poldernederlandse diftongen met score 3 niet voorkomen. De varianten met score 1 komen wel veel voor en die met score 2 ook af en toe. In Tabel 3 staan de indices van de gasten van Het Blauwe Licht en in Tabel 4 die van de presentatoren van het Radio-1-Journaal.

Tabel 3. Indices van de gasten van Het Blauwe Licht, tussen haakjes het aantal tokens waarop deze zijn gebaseerd

    ei ou ui Totaal
    vr. m. vr. m. vr. m. vr. m.
Dana Nechustan Adriaan van Dis 1.1
(30)
0.0
(30)
1.0
(5)
0.2
(9)
0.9
(7)
0.1
(10)
1.0 0.1
Annemarie Mol Paul Witteman 1.1
(30)
0.3
(30)
1.0 0.3
(12)
1.0
(8)
0.6
(12)
1.0 0.4
Rosita Steenbeek Bastiaan Bommeljé 0.0
(30)
0.4
(30)
0.0
(9)
0.0
(10)
0.0
(7)
0.0
(13)
0.0 0.1
Maria Henneman Chris Keulemans 0.3
(30)
0.4
(30)
0.9
(7)
0.4
(11)
0.0
(2)
0.0
(3)
0.4 0.3
Patty Brard Arnoud Holleman 0.4
(27)
0.2
(30)
0.2
(6)
1.0
(6)
0.9
(7)
0.7
(12)
0.5 0.6
Dana Linssen Gerardjan Rijnders 0.4
(30)
0.0
(30)
1.0
(6)
0.0
(6)
0.6
(9)
0.0
(6)
0.7 0.0
Roberta Alexander Sjarel Ex 0.8
(21)
0.6
(30)
1.4
(5)
0.1
(18)
0.5
(2)
0.0
(4)
0.9 0.2

Tabel 4. Indices van de presentatoren van het Radio-1-Journaal, tussen haakjes het aantal tokens waarop deze zijn gebaseerd

    ei
    vr. m.
Ineke Moerman Govert van Brakel 0.5
(10)
0.4
(11)
Suzanne Bosman Dick Klees 0.6
(14)
0.3
(11)
Clairy Polak Menno Rehmeijer 0.6
(15)
0.5
(15)

Uit Tabel 3 blijkt dat sommigen vooral de ei verlaagd uitspreken, zoals Bastiaan Bommeljé. Anderen verlagen vooral de ou (Maria Henneman) of de ui (Patty Brard). Gemiddeld worden alle diftongen ongeveer evenveel verlaagd. Er is behoorlijk wat variatie in de indices van de verschillende gasten. De indices van de nieuwslezers in Tabel 4 liggen dichter bij elkaar.

Renée van Bezooijen heeft op de indices een t-toets uitgevoerd. De uitkomsten hiervan zijn te vinden in Tabel 5. Het paar Roberta Alexander en Sjarel Ex is buiten beschouwing gelaten, omdat Roberta Alexander het Amerikaans Engels als moedertaal heeft en niet accentloos Nederlands spreekt.

Misschien hebben de paren hun manier van praten aan elkaar aangepast, of zijn mensen die veel met elkaar gemeen hebben tegelijk uitgenodigd bij Het Blauwe Licht. Daarom is een t-toets voor gepaarde steekproeven uitgevoerd. De correlatie tussen de indices van de vrouwelijke en de mannelijke helft van de paren is berekend. Dick Klees en Suzanne Bosman, en Menno Rehmeijer en Clairy Polak hebben niet samen het journaal gepresenteerd, maar zijn toch als paren behandeld. De correlaties tussen de uitspraak van de partners zijn niet significant, dus de samenhang is niet groot.

Tweezijdig is t alleen significant voor de ui. Omdat er een gerichte hypothese is, is de significantie ook eenzijdig getoetst. Zo zijn ook de t-waarden van de ei-indices en de totale indices significant op .05-niveau.

Tabel 5. Uitkomsten van t-toets voor gepaarde steekproeven

  N correlatie significantie t significantie
(tweezijdig)
significantie
(eenzijdig)
ei man &
ei vrouw
9 -.350 .356 -1.843 .103 .0515
ou man &
ou vrouw
6 -.281 .590 -1.350 .235 .1175
ui man &
ui vrouw
6 .703 .119 2.500 .054 .027
tot man &
tot vrouw
6 .046 .931 -1.962 .107 .0535

4. Discussie

In de steekproef van dit onderzoek komen de extreem Poldernederlandse diftongen met een score van 3 niet voor. De varianten met score 1 komen wel veel voor en die met score 2 ook af en toe. De sprekers wijken dus wel af van het 'ideale' Standaardnederlands, maar niet in extreme mate.

Sommigen spreken vooral de ei verlaagd uit, terwijl anderen vooral de ou of de ui verlagen. Dit duidt op een situatie die nog niet stabiel is. Gemiddeld worden alle diftongen ongeveer evenveel verlaagd. Er zijn significante verschillen tussen de ei- en ui-klanken van mannen en vrouwen, de ou-klanken verschillen niet significant van elkaar. De totale indices verschillen weer wel significant.

Er is behoorlijk wat variatie in de indices van de verschillende gasten van Het Blauwe Licht. De indices van presentatoren van het Radio-1-Journaal liggen dichter bij elkaar. Deze presentatoren vormen waarschijnlijk wat hun spraak betreft een meer uniforme groep dan de gasten. Vermoedelijk worden die mede op hun uitspraak geselecteerd, terwijl de gasten van Het Blauwe Licht uitgekozen zijn om hun culturele kennis.

Dat er geen correlatie is tussen de indices van de mannen en de vrouwen die samen in een uitzending zaten, is niet zo vreemd. Lies Kulsdom zegt namelijk over de selectie van gasten: "Er werd op gelet dat er mooie combinaties ontstonden, mensen die elkaar aanvulden, om discussie mogelijk te maken." Waarschijnlijk werden eerder heel verschillende mensen samen uitgenodigd dan mensen die op elkaar lijken. Zij hebben zich niet aangepast aan elkaar. Dat zou kunnen komen doordat er geen machtsverhouding is tussen de twee; de gasten zijn niet afhankelijk van elkaar.

Bij de eenzijdige toetsing van de significantie blijken de t-waarden van de ei- en ui-indices en de totale indices significant te zijn op .05-niveau. Bij de ui was t zelfs al significant bij tweezijdige toetsing. Op basis van dit resultaat kunnen we ervan uitgaan dat vrouwen de diftongen inderdaad meer verlagen dan mannen en dus sterker Poldernederlands spreken. We hoeven de hypothese dus niet te verwerpen. Maar om dit met meer zekerheid te kunnen zeggen, moet de spraak van meer mannen en vrouwen worden getranscribeerd.

Ook kan onderzocht worden of er systematiek zit in de fonetische contexten waarin de diftongen worden verlaagd. Dan zal blijken of de diftongen in bepaalde woorden of contexten vooroplopen in deze nieuwe klankverandering.

Referenties

Rietveld, A.C.M., en V.J. van Heuven, Algemene fonetiek, Bussum 1997 Stroop, J., Poldernederlands - Waardoor het ABN verdwijnt, Amsterdam 1998 Vieregge, W.H., Transcriptie van spraak; theoretische en praktische aspecten van de symboolfonetiek, Dordrecht 1985



* Alle scores zijn op te vragen bij loulou.edelman@student.kun.nl



Article published on the WWW: januari 2000
j.stroop@hum.uva.nl