De fonetische lakmoesproef: is het ei of aai ?

De Nederlandse diftongen ei, ui en ou zijn geen echte tweeklanken. Ze bestaan namelijk niet uit twee op elkaar volgende elementen. Er is geen moment waarop de e in i verandert. De Nederlandse diftongen hebben een constant patroon van twee uit elkaar lopende (divergerende) toontrillingen (formanten). Het begin klinkt daardoor eender als het einde.
Bij de combinatie aai is dat totaal anders. De aai bestaat uit een opeenvolging van aa en i. Bij de aa lopen de twee formanten evenwijdig, pas bij de i gaan ze uit elkaar. Het verschil tussen ei en aai is goed te zien op het plaatje van de uitspraak van bij en baai.

Dat de 'ei' van het Poldernederlands meer weg heeft van een aai blijkt al uit het spectrogram van de ei-uitspraak van Marijke van Hees, een prominente spreekster van het Poldernederlands. Het betreft, willekeurig genomen, de 'ei' in het woord bedrijf. In het spectrogram, plaatje 3, lopen de twee formanten eerst evenwijdig, pas tegen het eind gaan ze uit elkaar. Typisch het patroon van de opeenvolging van aa+i.

Nog een bewijs dat de 'ei' bij deze spreekster begint met een laag eerste deel, met een aa dus, levert de vergelijking van plaatje 1 en 2, met plaatje 3. Plaatje 1 is het spectrogram van haar e in met, een erg gesloten klinker; de 1e formant, dat is de onderste zwarte balk, is 500 hz.. Plaatje 2 is dat van haar aa in Italiaans, een open klinker, met een 1e formant van 800 hz.. Het eerste deel van de 'ei' heeft niet een 1e formant als op plaatje 1 (met), maar een met precies dezelfde frequentie als op plaatje 2. Dat wil zeggen dat we in bedrijf dezelfde lage of open klinker hebben als in Italiaans. 'Open' wil zeggen: met een meer open mond. 'Laag' betekent: met een lage kaak, dus eigenlijk hetzelfde.

Plaatje 1:
de e in met
Plaatje 2:
de aa in Italiaans
Plaatje 3:
de 'ei' in bedrijf
klik op het plaatje voor het bijbehorende geluid klik op het plaatje voor het bijbehorende geluid klik op het plaatje voor het bijbehorende geluid
Klik op de plaatjes voor het bijbehorende geluid.

Maar nu de lakmoesproef.

Bij het beluisteren van spraak zijn we geneigd te horen wat we verwachten te horen. Om dat effect te neutraliseren gaan we de tweeklank 'ei' omkeren. We horen dan eerst het tweede deel en vervolgens het eerste. Deze proef is mogelijk dankzij o.a. het fonetisch analyseprogramma PRAAT, dat gemaakt is door Paul Boersma, van het Instituut voor Fonetische Wetenschappen te Amsterdam. In dit geval heeft hij ook nog het werk voor me gedaan!

Bij aanklikken van dit luidsprekertje horen we de twee elementen van de diftong van Marijke van Hees in omgekeerde volgorde.
Plaatje 4:
klik op het plaatje voor het bijbehorende geluid

De conclusie moet zijn: als de omkering zó klinkt,
dan is het in de rechte volgorde dus een aai.
Q.E.D.


Vergelijk de omgekeerde ei van Henny Stoel.

Plaatje 5:
klik op het plaatje voor het bijbehorende geluid
*) Om vast te stellen of men met een base dan wel met een zuur te maken had, werd in de chemie een reepje lakmoespapier gebruikt: dat wordt blauw in een base en rood in een zuur. In figuurlijk taalgebruik betekent de lakmoesproef 'de beslissende proef, de proef op de som'.
Zie voetnoot