Beschermd: Van olla vogala tot Poldernederlands 1
33. Mier
Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’, oktober 2019
Engels ant
Duits ameise
Frans fourmi
Spaans hormiga
Kroatisch mrav
Turks karınca
Arabisch namla
Berbers takutfit, awettuf
Chinees mǎyǐ
Als een gebaar naar onze niet-Nederlandse medetuinders en ter informatie van de anderen, bovenstaand lijstje met namen voor de ‘mier’ in hun taal. Wereldwijd zijn er trouwens nog veel meer namen.
In Nederland komen ruim 200 soorten mieren voor, las ik. Ze hebben ieder een aparte (Latijnse) naam, maar wij leken noemen ze allemaal mier. Dat wil zeggen hier in Noord-Holland, want elders in ons taalgebied heet ie weer anders. ’t Woord mier moet oeroud zijn, maar de oudste bewijsplaats is toch pas uit 1240, mire. In een woordenlijst uit 1287 staat deze regel: ‘Formica heten wi die miere’ (formica noemen wij mieren). Van dat formica zijn trouwens de Franse en Spaanse benamingen afgeleid.
Patates frites
(uit: Dialectatlas van het Nederlands, 2011, red. Nicoline van der Sijs)
Algemeen wordt aangenomen dat de patates frites een Belgische uitvinding is en dat dat gerecht in Nederland pas na de oorlog bekend geworden is. Daar zit veel in, maar niet alles. Patates frites mag dan in Nederland pas na de tweede wereldoorlog algemeen bekend geworden zijn, er wordt al veel eerder melding van gemaakt. In de roman Het rosse leven en sterven van de Zandstraat van M.J. Brusse uit 1912 verschijnt, temidden van “kroegen, de zuur- en visch-, oliebollen-, loerthuizen”, opeens ook een “petat friet”-huis. In een verrassend moderne spreektaalspelling nog wel, maar wel tussen aanhalingstekens omdat het blijkbaar toch een nieuw woord was. Het boek speelt in Rotterdam, in de zeelieden- annex hoerenbuurt, vlakbij de haven.
32. Bijen en imkers
Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’, augustus 2019
’t Gelderse landgoed Bingerden, gelegen aan de IJssel ten oosten van Arnhem, heette in 970 Bingart. In die naam zit ’t meervoud van bie, biën, en dat is dus de oudst bekende vermelding van de bij. Gart is natuurlijk ’tzelfde woord als we hebben in boomgaard. Tegenwoordig worden op Bingerden trouwens kwekerijdagen georganiseerd, met lezingen, o.a. over ‘wilde bijen’!
Houben, Ploumen, Ingenhousz
Familienamen: hoe spreek je ze uit
30. Tuingereedschap: spa en schop
Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’, april 2019
De twee gereedschappen waar dit stukje over gaat, moeten oud zijn net als die uit m’n vorige stukje, schoffel en schrepel. Nog niet uit ’t Neolithicum, de prehistorische periode die ca. 11.000 v. Chr. begon). Dat was de periode waarin een samenleving van jagers/verzamelaars langzaam overging in een van landbouwers. Voor landbouw heb je andere gereedschappen nodig dan voor de jacht en dus moeten er in dat Neolithicum werktuigen uitgevonden zijn om de grond te bewerken.
29. Tuingereedschap: schoffel en schrepel
Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’, februari 2019
In mijn serie ‘Tuingereedschap’ zijn nu de schoffel en de schrepel aan de beurt. Dat zijn wat mij zelf betreft de meest gebruikte tuingereedschappen. Er is altijd wel wat te wieden, en daar dienen ze toch voor.
De twee gezichten van Jan Pieter Heije
gepubliceerd in: Ons Amsterdam, nummer 3, maart 2009
Als de moderne Amsterdammer al van Jan Pieter Heije gehoord heeft, is het dankzij een straatnaam in Oud-West. Een enkeling weet misschien dat hij de dichter is van talloze klassieke liedjes als Zie de maan schijnt door de bomen, De Zilvervloot, Een karretje op een zandweg reed en Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot. Maar dat was niet de voornaamste reden voor die herdenkingen in 1909. Heije deed ook baanbrekend werk op het gebied van de gezondheidszorg, het muziekleven, het zang- en gymnastiekonderwijs en de gemeentepolitiek. En hij stichtte het Prinsengrachtziekenhuis. Reden genoeg om hem weer eens uit de vergetelheid te halen.