Een oor aangenaaid
Artikel in Neder-L: http://nederl.blogspot.com/2011/03/een-oor-aangenaaid.html
PS opnieuw bekeken, in de spiegel
over weps en geps
eerder verschenen in De kunst van de grammatica, bundel bij het afscheid van Frida Balk-Smit Duyzentkunst, Amsterdam 1992, blz. 197-204
In een artikel over de metathesis van s en p (Stroop 1981) heb ik over de werkelijke oorzaak van de omzetting -sp > -ps geen uitspraak kunnen doen. Er zijn talen genoeg waar een -sp lettergreepeinde heel normaal is en bovendien blijken ook Nederlanders er na een moeilijke aanleerfase uiteindelijk geen problemen mee te hebben. Wel is het gedrag en het recidivisme van de vaak ‘fout’ genoemde -ps-volgorde zodanig dat hier geen sprake kan zijn van een gewone ‘verspreking’; zie Antilla (1972:75), die voor de metathesis ten onrechte de term ‘lapse’ bezigt. Trouwens het is moeilijk voor te stellen dat een verspreking er in zou slagen binnen te dringen in de reguliere spraak van honderduizenden, zoals met de omzetting van bijv. gesp -> geps toch gebeurd is; zie daarvoor de kaarten in (Stroop 1981).
Hun hebben de taal verkwanseld
over Poldernederlands, ‘fout’ Nederlands en ABN, 2010
Op feestjes is het een dankbaar gespreksonderwerp: het Nederlands holt hard achteruit, niemand spreekt de taal nog fatsoenlijk. ‘Hun hebben’, ‘groter als’, ‘overblaaiven’: het zijn afwijkingen van de standaardtaal die zijn terug te voeren op het taalgebruik van bepaalde sociale klassen – en die eigenlijk ‘fout’ zijn.
Jan Stroop heeft de evolutie van het Nederlands onderzocht. Hij doet daarvan verslag en geeft aan hoe de taal zich verder zal ontwikkelen. Hij is de ontdekker van het Poldernederlands, de variant van onze taal die aanvankelijk vooral gesproken werd door succesvolle vrouwen tussen de dertig en veertig jaar oud, maar die inmiddels hard op weg is de nieuwe versie van het ABN te worden. Hoe de taal verandert, onder invloed van wie en wat, waarom dat goed is en tegelijk droevig stemt, dat is het onderwerp van Hun hebben de taal verkwanseld.
Popmuziek als romantisch fenomeen
eerder verschenen in De Gids jaargang 137 (1974), blz. 442-459
0.1
Zo op het eerste gezicht zijn de twee in de titel verenigde begrippen, popmuziek en romantiek, geen verschijnselen die men onmiddellijk met elkaar in verband zal brengen. Immers de hier genoemde muzieksoort heet “vulgaire hedendaagse amusementsmuziek” te zijn 1), terwijl de Romantiek een stijlvorm is “waarbij de nadruk wordt gelegd op het primaat van het persoonlijk ervaren gevoel van de mens … in het kader van zijn verhouding tot zichzelf, de natuur, de maatschappij, de geschiedenis en het bovennatuurlijke” 2); wel even wat anders dus. En deze laatste definitie is nog niet eens volledig, want er wordt in voorbijgegaan aan een uitermate belangrijk aspect van de achttiende- en negentiende-eeuwse Romantiek, namelijk dat ze eenreactie was op een cultuur die tekort deed aan de emotie. De Romantiek was enerzijds een antwoord op het rationalisme van de tijd daarvoor, maar moet bovendien zeker ook in verband gebracht worden met een maatschap pelijk verschijnsel als de industrialisatiemet alle kwalijke gevolgen vandien voor de mens en zijn omgeving. Dat dit in die tijd ook zo gezien werd, blijkt uit Shelley’s Defence of poetry: “The cultivation of those sciences which have enlarged the limits of the empire of man over the external world, has, for want of the poetical faculty, proportionally circumscribed those of the internal world; and man, having enslaved the elements, remains himself a slave.” Juist in die kwaliteit van reactie ook is de Romantiek zo goed te vergelijken met de ’tegencultuur’ die in onze dagen ontstaan is en waarvan de popmuziek wel de opvallendste exponent is.
De devaluering van de universiteit
spreekbeurt tijdens de manifestatie De continuïteit van de cultuur bedreigd, in De Balie, Amsterdam, 23 juni 1993; eerder verschenen in Jan Fontijn e.a.,Aanslag op de letteren, Amsterdam, 1993
Gedurende haar lange bestaan heeft de Europese Universiteit gefunctioneerd als het centrum van kennis en wijsheid. De Universiteit was een voedende moeder, een Alma Mater, naar wier borsten je als student mocht reikhalzen. ‘Studeren’ betekende op je tenen staan om hoger te komen.
Ook het onzijdig die verdwijnt
in Vaktaal, jaargang 20, nr. 1/2, 2007, blz.12-13
In Bieslog van 10 augustus 2004 signaleert Wim de Bie het verloren gaan van de genitivus van’t vrouwelijke betrekkelijke voornaamwoord bij vrouwelijke personen, te weten wier. Hij schrijft letterlijk:
“De vrouw wier is zeldzaam geworden. Wiens wint. De man wiens en de vrouw wiens. De vrouw wiens passeert schrijvers, correctoren en eindredacteuren. Moeten we er dan nog over knorren? …..Vaarwel vrouw Wier!”
Aldus Bieslog.
Dat de vrouw wiens sterk in opkomst is, blijkt ook bij een zoektocht via Google: 12.400 hits, hoewel nog altijd meer gevallen van de vrouw wier: 16.900. Ook het meervoudige wier wordt tegenwoordig regelmatig vervangen door wiens: “personen wiens gegevens niet achterhaald konden worden” (59.600 Google-hits personen wiens). Deze verandering is een mooi voorbeeld van het verdwijnen van één van twee woorden die (ongeveer) dezelfde grammaticale functie hebben.
Hoe ons doei naar Suriname overwoei
in Noordhollands Dagblad, 30 januari 2010 zaterdag
De relatie tussen Suriname en Nederland wordt nog steeds beïnvloed door het verleden, zeggen ze. Suriname wilde onafhankelijk worden, dan zal het ook onafhankelijk zijn, zeiden de Nederlanders. De Surinamers laten zich op hun beurt niet kennen en doen hun uiterste best om alles zelf te doen.
Omdat ik taalkundige ben, heb ik bij mijn bezoek aan Suriname, afgelopen december, tussen de eet- en andere bedrijven door, erop gelet of dat ook aan het taalgebruik te merken is. Zouden het Nederlands in Nederland en dat in Suriname nog veel met elkaar te maken hebben? Of gaat dat Surinaamse Nederlands zijn eigen weg, net zoals het Afrikaans?
De Ochtenden van 4, 18 november 2010, Radio 4
interview door Margriet Vroomans
http://www.radio4.nl/pip-uitzending/deochtendvan4/1958/
(vanaf 1 u.12 min.12 sec)
Hoe?Zo! Radio, 18 november 2010, Radio 5
interview door Pieter van der Wielen
‘Hun hebben’ mag, zeggen sommige taaldeskundigen. “Hun hebben de taal verkwanseld”, zeggen anderen. Maar wie zijn hun eigenlijk? en waarom is het niet zij? Taalkundige Jan Stroop schreef een boek over dit soort vragen.
http://educatie.ntr.nl/radio/134903/hoe-zo-radio/item/3020684/hun-hebben-de-taal-verkwanseld/
Kunststof, 16 dec 2010, Radio 1
Interview door Petra Possel.
Gaat het ABN naar z’n ouwemoer? En hoe lang blijft ‘hun hebben’ nog foute taal? Deze en andere vragen over de ontwikkeling van het Nederlands beantwoordt Jan Stroop in zijn boek Hun hebben de taal verkwanseld.
http://programma.ntr.nl/424/kunststof/archief/detail/aflevering/11858757/Jan-Stroop—neerlandicus