Onkruid (3): de klaproos

Uit de Tuinkrant van Volkstuinvereniging ‘Nut en Genoegen’,  december 2014


Officieel hoort de klaproos bij het onkruid, maar wat is officieel en wat is onkruid? Vorig jaar zag ik volop klaprozen in de berm van de toerit van de Prins Bernhardweg naar de ringweg A8. Die waren daar kennelijk uitgezaaid, ik denk door de gemeente of door Rijkswaterstaat.

 

Een bijzondere en nog officiëlere rol speelde de klaproos bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog in Engeland. Daar werden tussen 5 augustus en 11 november 2014 keramische klaprozen geplaatst in de gedempte slotgracht van de Tower in Londen. Het waren er 888.246 in totaal, een voor elke Brit die sneuvelde tijdens die oorlog. Het project heette ‘Blood Swept Lands and Seas of Red’. Moeilijk te vertalen, die titel, maar dat zeeën van rood slaat op het bloed van de soldaten en de klaprozen waardoor ze omringd waren en die later op hun graven groeiden. Door de massale aanwezigheid van klaprozen in de velden van West-Vlaanderen én hun kleur is de klaproos, de Engelsen zeggen poppy, het symbool geworden van de herinnering aan de loopgravenoorlog.

 

Poppy is natuurlijk afgeleid van de Latijnse naam papaver. Wat daar de oerbetekenis van is, is onbekend. De naam papaver komt in ’t Nederlandse taalgebied ook voor, zij het sporadisch. Wij van ‘Nut en Genoegen’ zeggen papaver tegen de grote gekweekte variant, die officieel Papaver somniferum heet.

 

De meeste gebruikte naam in Nederland voor de ‘Papaver rhoeas’ is klaproos. Die naam komt overal voor, behalve in Limburg. De klaproos heet zo omdat je met zijn blaadjes een klappend geluid kunt maken door ze tot een zakje te vouwen en er dan op te slaan. Het is dus een naam uit de kindertaal.
In Limburg komen we de namen kol, kolbloem en koolbloem. ’t Zijn samenstellingen met kol. Dat kol in de betekenis ‘hoofd’ verwijst naar de dikke zaadbol die de klaproos na zijn bloei vertoont. Kolbloem is in Vlaanderen de meest verbreide benaming.

 

Verwarring van de klaproos met de cultuurvariant is de oorzaak van de naam slaapkop. ‘Somniferum’ betekent immers ‘slaapbrenger’ en dat is de zaadbol vanwege zijn inhoud, want die bevat opium, waar dan weer heroïne en cocaïne van gemaakt. Schijnt een lucratieve zaak te zijn.

Diezelfde verwarring zie je ook in Groningen en Friesland, waar de naam maankop opduikt. Dat maan heeft niets te maken met ’t hemellichaam. ’t Woord gaat terug op een Indo-Europees (voorhistorisch) woord voor ‘papaver’, maar toegegeven, dan zijn we nog niet veel verder. ’t Zaad uit de bol van de Papaver somniferum heet maanzaad en dat strooien de bakkers op de bekende maanzaadbroodjes. Van het eten van (veel) van die broodjes schijn je ook high te worden, maar ’t lijkt me wel een omslachtige manier om in die toestand te geraken.

 

Waarom ze op Tessel stinkroos zeggen, begrijp ik niet. Ik ruik niets aan een klaproos, maar misschien hebben ze daar een bijzonder fijngevoelig reukorgaan.
Nu terug naar West-Vlaanderen, ’t gebied van de loopgraven en de graven bij Ieper en Passendale. De West-Vlamingen spreken van kankerbloem en dat is ironisch genoeg niet een negatieve benaming maar een die wijst op de vermeende geneeskracht van de klaproos tegen kanker. Wie de klaproos zo beschouwen, zien er natuurlijk geen onkruid in, net zomin als de Engelsen, voor wie de klaproos de herinnering symboliseert aan die honderdduizenden jonge mensen die in de klaproosvelden van West-Vlaanderen als onkruid de dood ingejaagd zijn.

 

1 Reactie op Onkruid (3): de klaproos

  • Janneke Luif schreef:

    Ik zocht op Google waarom een klaproos (mijn lievelingsbloem) eigenlijk klaproos heet en kreeg als eerste suggestie deze post van jou voor mijn neus.
    Groet,
    Janneke Luif

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Twitter
It seems that widget parameters haven't been configured properly. Please make sure that you are using a valid twitter username or query, and that you have inserted the correct authentication keys. Detailed instructions are written on the widget settings page.
Over Jan Stroop
Jan Stroop is gastonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is dialectoloog maar zijn belangstelling gaat ook uit naar ontwikkelingen van het gesproken Nederlands. Zo heeft hij in 1997 ’t Poldernederlands ontdekt, een nieuwe variant van het ABN, die nog steeds ’t meest gehoord wordt bij hoogopgeleide vrouwen.
Lees verder >>